Aan de Reep staat één van de oudste stenen van de Gentse kuip: het Geraard de Duivelsteen. De eerste vermelding vinden we terug in de stadsrekeningen van 1325-1326 als ‘ser Gerards Duivels steen’.
De bekendste inwoner van het pand is ongetwijfeld Geraard Vilain van Gent, bijgenaamd ‘Diabolus’ of ‘de Duivel’. Hij noemt zichzelf in officiële oorkonden ‘Geeraard van Gent’. Hij stamt uit de adellijke familie van Zeger II, de burggraaf van Gent en is zeer rijk. Politiek is hij hondstrouw aan de Franse koning en daardoor de graaf van Vlaanderen minder goedgezind.
Kwam het door zijn donker voorkomen met zijn pikzwart haar of was het dan toch zijn duivels karakter die hem deze bijnaam gaf?
Feit is dat hij op bedevaart getrokken is naar Jeruzalem en dat hij begraven werd in de Sint-Janskerk - de huidige Sint-Baafskathedraal - die hij rijkelijk ondersteunde.
Hier stoppen de feiten en begint de fictie.
Geraard zou losse handjes gehad hebben. Na een zware ruzie met zijn vrouw sloeg hij haar koudweg dood. Geraard, daarna op zoek naar een nieuwe vrouw, wordt smoorverliefd op het lief van zijn zoon – ook een Geraard, maar dan met de bijnaam ‘de Moor’, ook omwille van zijn donker haar. Zijn zoon zal er aan moeten geloven. Op de dag voor diens huwelijk besluit Geraard sr. Geraard jr. uit de weg te ruimen. Hij stuurt zijn zoon naar de Rode Toren aan de Sint-Jorisbrug om er vissers te vragen een boot klaar te leggen voor een trip naar het Waasland. Die snode vissers waren natuurlijk op voorhand betaald om Geraard jr. te doden en in de Leie te kieperen. Geraard jr. had het natuurlijk door dat zijn vader niet veel goeds van zin was en besluit de kat uit de boom te kijken…
Een paar uur later vindt Geraard sr. dat hij lang genoeg gewacht heeft en vertrekt zelf naar de Rode Toren om te zien of zijn zoon al dood is. De vissers – zich van geen kwaad bewust – vergissen zich van Geraard en doden Geraard de Duivel en smijten hem in de Leie.
Geraard de Moor die alles heeft zien gebeuren lacht in zijn vuistje, zoekt zijn bruid en trouwt.
Het huwelijk is verre van gelukkig: de bruid van Geraard de Moor werkt danig op diens zenuwen. Hij zit haar achterna met een bijl om haar in mootjes te hakken. Ze kan ontsnappen met hun zoon. Zestien jaar later komen vader en zoon elkaar toevallig tegen waarbij de zoon Geraard de Moor vermoordt.
Naar het schijnt zouden de geesten van Geraard de Duivel en Geraard de Moor elkaar sindsdien ’s nachts rond de klok van twaalf uur met een hels kabaal achterna zitten in het steen…