De Noordzee was lange tijd een grens: de grens bij het bekende en het onbekende, zo niet, het onbereikbare. Voor de Romeinen eindigde de wereld aan de Noordzee. Enkel zonderlingen als kluizenaars waagden zich verder dan het bekende. Het was via deze zee dat de heilige Brandaan zijn reis naar hemel en hel begon: de Noordzee als metafoor van een kloof tussen bekend en onbereikbaar.
De Britse historicus, schrijver en omroeper Michael Pye brengt in ‘Aan de rand van de wereld: hoe de Noordzee ons vormde’ vanuit een nieuwe hoek een stuk van de Europese geschiedenis. Origineel is zijn invalshoek wel te noemen: hij heeft het over de geschiedenis van de Europese landen die grenzen aan de Noordzee: de Lage Landen, Groot-Brittannië en Scandinavië en delen van Frankrijk en Duitsland.
Hij vertrekt bij de nadagen van het Romeinse Rijk en de daarmee samenhangende volksverhuizingen. Eindigen doet Pye bij de val van Antwerpen in 1585 en de Vlaamse braindrain naar het Noorden die daaruit volgt, wat de Gouden Eeuw van de Verenigde Provinciën inluidt.
Tientallen zeevolkeren passeren de revue: de Noormannen zijn niet langer de brute en roofzuchtige Vikingen maar worden handelaars die over de Volkhov en de Dnieper tot aan de Zwarte Zee voeren en zo Constantinopel bereikten er de lijfwacht van de keizer werden én er handel dreven. Hoe verklaar je anders dat een Boeddhabeeld in een dorp op het eiland Helgö in het Märalmeer bij Stockholm (Zweden) gevonden werd bij opgravingen? Het gaat om een zesde eeuwse bronzen Boeddha, gezeten op een ingewikkelde lotustroon en waarschijnlijk gemaakt in het Pakistaans/Indiase grensgebied van Kasjmir.
Hun snekken brachten hen ook via het onbevolkte IJsland en Groenland tot in Newfoundland waar ze terug in de oceaan gedreven werden door de indianen.
Pye slaagt erin op een boeiende manier duizend jaar Europese geschiedenis te vertellen en interessante verbanden te leggen. Beda Venerabilis kon niet anders dan zijn kennis op te schrijven: de rest van het klooster was gestorven door de pest. Enkel hij en de abt Ceolfried bleven over. Hij leerde hierdoor dat een mondelinge overlevering alleen niet voldoende kon zijn om kennis veilig te stellen.
In twaalf hoofdstukken brengt de auteur hoe de Noordzee de westerse geschiedenis gevormd heeft. De overzeese handel en de hiermee gepaard gaande uitwisseling van kennis en kunde hebben ons gemaakt tot wie we zijn. Het monetair systeem kwam er in de plaats van de ruilhandel. Hieruit ontstond in Brugge de beurs als wisselmarkt en in Antwerpen zelfs de handelsbeurs zoals we die nu nog kennen. De rechtvaardige justitie kwam er na de pest waarbij de doodstraf geen optie meer was omdat er te weinig arbeiders waren. De wetenschap werd modern én men kreeg een liberaler visie op liefde en seks.
Pye heeft het ook meermaals over Gent. In 1127 belegeren de burgers uit de opkomende stad de burg in Brugge waar de graaf Karel de Goede in mootjes werd gehakt door welgestelde revolutionairen. Ze willen het lichaam van de graaf naar Gent brengen en worden door de nieuwe graaf Diederik van den Elzas beloond met het recht hun wetten aan te passen.
Gent was ook het toneel van de vereniging van het graafschap Vlaanderen met het hertogdom Bourgondië: hier huwden in 1396 Margaretha – de dochter van de laatste graaf, Lodewijk van Vlaanderen – met Filps de Stoute. Realpolitik van de hoogste plank. Midden de honderdjarige oorlog huwt Vlaanderen – afhankelijk van lakenhandel met Engeland – met Bourgondië, gelieerd aan de Franse kroon... De graaf blijft trouw aan zijn nieuwe familie, maar sluit toch vrede met Engeland...
Michael Pye – Aan de rand van de wereld,
De bezige bij,
Amsterdam/Antwerpen.
416 blz.
€ 19,99.
★★★☆☆