top of page
Foto van schrijverWim Provoost

202 jaar 'Vrede van Gent'

Bijgewerkt op: 31 okt. 2020


In een plezante stijl beschrijft Joris De Zutter in 'Tweehonderd jaar Treaty of Ghent' hoe Gent in 1814 het toneel werd van een vredesconferentie tussen de Verenigde Staten en Groot-Brittannië.

Oorspronkelijk moest dit boekje een brochure worden bij een wandeling door de stad langs de belangrijkste plaatsen waar deze vrede werd uitgedacht en ondertekend, waar de delegaties verbleven en genoten van het societyleven. Toen bleek dat de wandeling een te grote afstand zou moeten overbruggen én er uiteindelijk niet veel meer 'rechtstreekse getuigen' van de vredesonderhandelingen te zien zijn, werd het opzet veranderd en schreef De Zutter een boek.

In het boekje schetst de auteur op een grappige, ironische en soms belerende manier het Gent anno 1814. De stad bevindt zich in een machtsvacuüm tussen de Franse en de Nederlandse tijd, aan het prille begin van de eerste industriële revolutie die het beeld van de stad onherroepelijk zal veranderen. De nadruk in dit boek ligt dan ook op 'Gent' en alles wat rond de vredesonderhandelingen gebeurde, niet op het 'Vredesverdrag' zelf.

Maar waarom was er vrede nodig tussen Groot-Brittannië en de Verenigde Staten? Waarom kwamen de diplomaten onderhandelen in Gent?

Beide landen waren elkaar weer in de haren gevlogen na de onafhankelijkheidsoorlog van 1776-1783. De aanleiding van het conflict was de continentale blokkade die Napoleon Bonaparte in het leven had geroepen: na zijn nederlaag bij Trafalgar moest Groot-Brittannië op de knieën gedwongen worden. Er mocht dan ook geen handel gedreven worden tussen het Europese continent en Groot-Brittannië. De Britten reageerden met een tegenblokkade: de ‘Orders of Council’, alle maritiem transport naar Frankrijk werd voor iedereen verboden. Dit was buiten de Amerikanen gerekend: zij waren niet betrokken met het conflict in Europa en hun exportcijfer was gekelderd door het Britse embargo.

De Britten lagen al langer op de loer om het verlies van hun Amerikaanse kolonies te wreken. Ze steunden de oprichting van een Indiaanse bufferstaat tussen de Verenigde Staten en Brits-Canada. Enkel zo kon de Amerikaanse machtshonger worden gestuit. Moderne Britse wapens werden massaal verscheept naar de indianen.

Het vuur schoot in de pan van dit smeulend conflict doordat de Britten razzia’s hielden op Amerikaanse handelsschepen: daar zaten ongetwijfeld een heleboel Britse deserteurs verscholen die gedwongen konden worden te dienen in de ‘Royal Navy’. Voor de Amerikaanse president James Madison was dit een brug te ver. Hij verklaarde de oorlog op 18 juni 1812. Veld- en zeeslagen wisselden elkaar af, met wisselend succes. In augustus 1814 namen de Britten Washington in en staken het Witte Huis en andere officiële gebouwen, het Capitool incluis, in brand.

Na meer dan twee jaar strijd hadden beide partijen er genoeg van. De Britten zaten volop in de eindstrijd tegen Napoleon en de van de Amerikaanse oorlogskas zag men bijna de bodem… Er werd naar neutraal domein gezocht. Londen was te Brits voor de Amerikaanse delegatie en het Zweedse Göteborg was niet neutraal genoeg. De optie Gent kwam naar voor. Neutraler dan Gent kon het bijna niet: de Zuidelijke Nederlanden wisten zelf niet bij wie ze hoorden na het ijlingse vertrek van de Franse administratie in 1814. Daarbij had Gent alle voorzieningen: als hoofdstad van het graafschap Vlaanderen had de stad in de 18de eeuw de belangrijke instellingen gehuisvest die traditioneel door de adel bekleed waren. Gent speelde ook een pioniersrol in de eerste industrialisatie waardoor industriëlen zich moderne residenties konden permitteren en een gevarieerd societyleven.

De Amerikaanse delegatie – geleid door John Quincy Adams, de latere president van de Verenigde Staten - vond onderdak in het Huis Lovendeghem op de hoek van de Volderstraat en de Veldstraat. De Britse delegatie werd geherbergd in de voormalige woning van Lieven Bauwens aan het huidige Fratersplein. Bauwens had er het voormalige kartuizersklooster omgebouwd tot wolweverij en vlasspinnerij. Het abtshuis had hij in de toen moderne empirestijl verbouwd tot woonhuis.

In beide residenties werd beurtelings onderhandeld van juli tot december 1814. Beide delegaties genieten ondertussen van de stad en het rijke societyleven.

John Quincy Adams

​​John Quincy Adams schrijft in zijn dagboek:

“de vriendelijke voorkomendheid die ik vanwege de inwoners van Gent mocht ondervinden gedurende mijn verblijf aldaar en de hulp, de rust en de vriendelijke gastvrijheid die er zo typisch was voor de levenswijze van de mensen tot en met de provocaties vanwege en de botsingen met de Britse commissieleden en met mijn eigen collega’s, die ik moest doormaken, het succes van de onderhandelingen boven mijn meest optimistische verwachtingen, tot ook, ja, het daaropvolgend groot ongemak van de duistere samenzwering, die werd beraamd tegen mijn hoedanigheid en goede naam… De onderhandelingsperiode te Gent vormt het gelukkigste gebeuren van mijn leven.”

Aan de onderhandelingen kwam een eind op kerstavond 1814. In het verblijf van de Britten werd de vrede ondertekend. Veroverde territoria werden teruggegeven, de Amerikanen beloofden de vijandelijkheden met de indianen te staken en beide partijen beloofden zich in te zetten voor de afschaffing van de slavernij.

Op 5 januari 1815 werden beide delegaties op het stadhuis van Gent ontvangen voor een afscheidsbanket.

Bronnen: Joris De Zutter, Tweehonderd jaar ‘Treaty of Ghent’: vrede vriendschap en goede verstandhouding. 1814-2014. Gent, Stad Gent Departement Cultuur en Sport 2013.

Het citaat van Adams is genomen uit: Piet Lenders: Lof voor Gent, in: Gemeentekrediet van België (1990), nr. 171, p. 24-25.


Tweehonderd jaar Treaty of Ghent, Joris De Zutter

Joris De Zutter – Tweehonderd jaar Treaty of Ghent,

Stad Gent. Departement Cultuur en Sport,

Gent.

64 blz.

★★★★★

219 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page